Hoesten

Door de operatie is er geen natuurlijke verbinding meer tussen de mond en keelholte en de luchtpijp. Het in- en uitademen en ook het hoesten vinden niet meer via de neus en mond plaats, maar via het tracheostoma.

Zodra de patiënt voelt dat hij moet hoesten, kan hij, bij gebruik van een filter, het filter even uit de pleister halen.
Het eventuele slijm wordt verwijderd met een tissue of papieren zakdoekje en vervolgens wordt het filter weer terug geplaatst. Zo nodig kan het filter vervangen worden.

Als het filter niet weggehaald wordt tijdens het hoesten of als het slijm niet verwijderd wordt, gaat de stomapleister door de luchtdruk sneller los.